Synoniemen: opmerkzaam maken, signaleren
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈɔpmɛrkə(n)/ |
---|
Afbreking | op·mer·ken |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) merk op | (ik) merkte op |
(jij) merkt op | (jij) merkte op |
(hij) merkt op | (hij) merkte op |
(wij) merken op | (wij) merkten op |
(jullie) merken op | (jullie) merkten op |
(gij) merkt op | (gij) merktet op |
(zij) merken op | (zij) merkten op |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) opmerke | (dat ik) opmerkte |
(dat jij) opmerke | (dat jij) opmerkte |
(dat hij) opmerke | (dat hij) opmerkte |
(dat wij) opmerken | (dat wij) opmerkten |
(dat jullie) opmerken | (dat jullie) opmerkten |
(dat gij) opmerket | (dat gij) opmerktet |
(dat zij) opmerken | (dat zij) opmerkten |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
merk op | merkt op |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
opmerkend, opmerkende | (hebben) opgemerkt |