Informatie over het woord weerzien (Nederlands → Esperanto: revidi)

Synoniem: terugzien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋerzin/
Afbrekingweer·zien

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) zie weer(ik) zag weer
(jij) ziet weer(jij) zag weer
(hij) ziet weer(hij) zag weer
(wij) zien weer(wij) zagen weer
(jullie) zien weer(jullie) zagen weer
(gij) ziet weer(gij) zagt weer
(zij) zien weer(zij) zagen weer
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) weerzie(dat ik) weerzage
(dat jij) weerzie(dat jij) weerzage
(dat hij) weerzie(dat hij) weerzage
(dat wij) weerzien(dat wij) weerzagen
(dat jullie) weerzien(dat jullie) weerzagen
(dat gij) weerziet(dat gij) weerzaget
(dat zij) weerzien(dat zij) weerzagen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
weerziend, weerziende(hebben) weergezien

Voorbeelden van gebruik

Tarzan vroeg zich af of hij haar ooit nog eens zou weerzien.
Ik hoop dat we elkaar snel weerzien.

Vertalingen

Duitswiedersehen
Engelssee again
Esperantorevidi
Fransrevoir
Portugeesrever
Saterfrieswiersjo