Informatie over het woord vernieuwen (Nederlands → Esperanto: renovigi)

Synoniemen: renoveren, innoveren, hernieuwen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈniʋə(n)/
Afbrekingver·nieu·wen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vernieuw(ik) vernieuwde
(jij) vernieuwt(jij) vernieuwde
(hij) vernieuwt(hij) vernieuwde
(wij) vernieuwen(wij) vernieuwden
(jullie) vernieuwen(jullie) vernieuwden
(gij) vernieuwt(gij) vernieuwdet
(zij) vernieuwen(zij) vernieuwden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vernieuwe(dat ik) vernieuwde
(dat jij) vernieuwe(dat jij) vernieuwde
(dat hij) vernieuwe(dat hij) vernieuwde
(dat wij) vernieuwen(dat wij) vernieuwden
(dat jullie) vernieuwen(dat jullie) vernieuwden
(dat gij) vernieuwet(dat gij) vernieuwdet
(dat zij) vernieuwen(dat zij) vernieuwden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vernieuwvernieuwt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vernieuwend, vernieuwende(hebben) vernieuwd

Vertalingen

Deensforny; renovere
Duitserneuern; renovieren
Engelsrenew; renovate; restore
Esperantorenovigi; novigi
Fransreconduire; renouveler
Latijnrenovare; reparare
Portugeesrenovar
Roemeensînnoi
Saterfriesnäimoakje
Thaisต่อ