Informatie over het woord refereren (Nederlands → Esperanto: referi)

Synoniem: verslag uitbrengen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/refəˈrerə(n)/
Afbrekingre·fe·re·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) refereer(ik) refereerde
(jij) refereert(jij) refereerde
(hij) refereert(hij) refereerde
(wij) refereren(wij) refereerden
(jullie) refereren(jullie) refereerden
(gij) refereert(gij) refereerdet
(zij) refereren(zij) refereerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) referere(dat ik) refereerde
(dat jij) referere(dat jij) refereerde
(dat hij) referere(dat hij) refereerde
(dat wij) refereren(dat wij) refereerden
(dat jullie) refereren(dat jullie) refereerden
(dat gij) refereret(dat gij) refereerdet
(dat zij) refereren(dat zij) refereerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
refereerrefereert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
refererend, refererende(hebben) gerefereerd

Vertalingen

Engelsmake a report; read a paper on
Esperantoreferi
Spaansdictaminar; informar; referir