Informatie over het woord louteren (Nederlands → Esperanto: purigi)

Synoniemen: reinigen, zuiveren, kuisen, doen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɑu̯tərə(n)/
Afbrekinglou·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) louter(ik) louterde
(jij) loutert(jij) louterde
(hij) loutert(hij) louterde
(wij) louteren(wij) louterden
(jullie) louteren(jullie) louterden
(gij) loutert(gij) louterdet
(zij) louteren(zij) louterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) loutere(dat ik) louterde
(dat jij) loutere(dat jij) louterde
(dat hij) loutere(dat hij) louterde
(dat wij) louteren(dat wij) louterden
(dat jullie) louteren(dat jullie) louterden
(dat gij) louteret(dat gij) louterdet
(dat zij) louteren(dat zij) louterden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
louterloutert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
louterend, louterende(hebben) gelouterd

Voorbeelden van gebruik

De wereld is een tranendal en wij worden hier neergezet om te worden beproefd en gelouterd voor de gouden tijden die hierna zullen komen!

Vertalingen

Deensgøre rent; rense
Duitssauber machen; säubern; reinigen
Engelscleanse; purify
Engels (Oudengels)clænsian
Esperantopurigi
Faeröersgera reint; reinsa
Fransaffinier; purifier
Hawaiaanshoʻomaʻemaʻe
Hongaarstisztít
IJslandshreinsa
Italiaanspulire
Latijnpurgare
Maleismembersihkan
Papiamentslimpia; purifiká
Poolsczyścić
Portugeesassear; limpar; purificar
Roemeenscurăța; face curat; purifica
Spaansadelgazar; limpiar; purificar
Sranankrin
Thaisทำความสะอาด
Turksayıklamak
Westerlauwers Friessuverje
Zweedsluttra; rena; rengöra; rensa; sovra