Informatie over het woord billijken (Nederlands → Esperanto: aprobi)

Synoniem: goedkeuren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbɪləkə(n)/
Afbrekingbil·lij·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) billijk(ik) billijkte
(jij) billijkt(jij) billijkte
(hij) billijkt(hij) billijkte
(wij) billijken(wij) billijkten
(jullie) billijken(jullie) billijkten
(gij) billijkt(gij) billijktet
(zij) billijken(zij) billijkten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) billijke(dat ik) billijkte
(dat jij) billijke(dat jij) billijkte
(dat hij) billijke(dat hij) billijkte
(dat wij) billijken(dat wij) billijkten
(dat jullie) billijken(dat jullie) billijkten
(dat gij) billijket(dat gij) billijktet
(dat zij) billijken(dat zij) billijkten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
billijkbillijkt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
billijkend, billijkende(hebben) gebillijkt

Vertalingen

Afrikaansgoedkeur
Catalaansaprovar
Deensgodkende
Duitsapprobieren; billigen; genehmigen; gutheißen; autorisieren; zustimmen
Engelsapprove; countenance; endorse; sanction; authorize; greenlight
Esperantoaprobi
Faeröersgóðkenna; viðurkenna
Finshyväksyä
Fransapprouver; donner son accord
Italiaansapprovare
Latijnapprobare
Papiamentsaprobá
Portugeesaplaudir; aprovar; assentir; deferir
Russischодобрять
Saterfriesapprobierje; billigje; geneemigje; goudheete
Spaansaprobar
Turksbeğenmek
Westerlauwers Friesgoedkarre
Zweedsgodkänna