Informatie over het woord kosten (Nederlands → Esperanto: perdigi al)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkɔstə(n)/
Afbrekingkos·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kost(ik) kostte
(jij) kost(jij) kostte
(hij) kost(hij) kostte
(wij) kosten(wij) kostten
(jullie) kosten(jullie) kostten
(gij) kost(gij) kosttet
(zij) kosten(zij) kostten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) koste(dat ik) kostte
(dat jij) koste(dat jij) kostte
(dat hij) koste(dat hij) kostte
(dat wij) kosten(dat wij) kostten
(dat jullie) kosten(dat jullie) kostten
(dat gij) kostet(dat gij) kosttet
(dat zij) kosten(dat zij) kostten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kostend, kostende(hebben) gekost

Voorbeelden van gebruik

Jij hebt me twee van de belangrijkste mensen in mijn leven gekost.
Het kostte maar een minuutje om het vast te maken.

Vertalingen

Esperantoperdigi al