Informatie over het woord kleinmaken (Nederlands → Esperanto: pecetigi)

Synoniem: gruizelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈklɛi̯makə(n)/
Afbrekingklein·ma·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) maak klein(ik) maakte klein
(jij) maakt klein(jij) maakte klein
(hij) maakt klein(hij) maakte klein
(wij) maken klein(wij) maakten klein
(jullie) maken klein(jullie) maakten klein
(gij) maakt klein(gij) maaktet klein
(zij) maken klein(zij) maakten klein
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kleinmake(dat ik) kleinmaakte
(dat jij) kleinmake(dat jij) kleinmaakte
(dat hij) kleinmake(dat hij) kleinmaakte
(dat wij) kleinmaken(dat wij) kleinmaakten
(dat jullie) kleinmaken(dat jullie) kleinmaakten
(dat gij) kleinmaket(dat gij) kleinmaaktet
(dat zij) kleinmaken(dat zij) kleinmaakten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
maak kleinmaakt klein
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kleinmakend, kleinmakende(hebben) kleingemaakt

Vertalingen

Duitsbröckeln; abbröckeln; krümeln; abkrümeln
Esperantopecetigi
Westerlauwers Friesôfbroazelje