Informatie over het woord priesteres (Nederlands → Esperanto: pastrino)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/pristəˈrɛs/
Afbrekingpries·te·res
Geslachtvrouwelijk
Meervoudpriesteressen

Voorbeelden van gebruik

De priesteressen stonden op.
Elke priesteres droeg twee gouden bekers.
Dat was voorbehouden aan priesters en priesteressen.
Je bent een van mijn moeilijkste priesteressen.

Vertalingen

Engelsclergywoman
Esperantopastrino
Faeröersprestinna