Informatie over het woord decoreren (Nederlands → Esperanto: ornami)

Synoniemen: opsieren, tooien, uitdossen, versieren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/dekoˈrerə(n)/
Afbrekingde·co·re·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) decoreer(ik) decoreerde
(jij) decoreert(jij) decoreerde
(hij) decoreert(hij) decoreerde
(wij) decoreren(wij) decoreerden
(jullie) decoreren(jullie) decoreerden
(gij) decoreert(gij) decoreerdet
(zij) decoreren(zij) decoreerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) decorere(dat ik) decoreerde
(dat jij) decorere(dat jij) decoreerde
(dat hij) decorere(dat hij) decoreerde
(dat wij) decoreren(dat wij) decoreerden
(dat jullie) decoreren(dat jullie) decoreerden
(dat gij) decoreret(dat gij) decoreerdet
(dat zij) decoreren(dat zij) decoreerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
decoreerdecoreert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
decorerend, decorerende(hebben) gedecoreerd

Vertalingen

Afrikaansversier
Catalaansornamentar
Duitsaufputzen; ausputzen; schmücken; verzieren
Engelsdecorate; ornament
Esperantoornami
Fransdécorer; orner; parer
Italiaansadornare; decorare
Poolsozdabiać
Portugeesadornar; decorar; ornamentar
Roemeensdecora; împodobi; orna
Saterfriesaptunderje; fersierje; hämmelje; sierje; uutputsje
Spaansadornar; ornamentar
Westerlauwers Friesfersiere