Informatie over het woord daveren (Nederlands → Esperanto: muĝi)

Synoniemen: brullen, bulderen, loeien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdavərə(n)/
Afbrekingda·ve·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) daver(ik) daverde
(jij) davert(jij) daverde
(hij) davert(hij) daverde
(wij) daveren(wij) daverden
(jullie) daveren(jullie) daverden
(gij) davert(gij) daverdet
(zij) daveren(zij) daverden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) davere(dat ik) daverde
(dat jij) davere(dat jij) daverde
(dat hij) davere(dat hij) daverde
(dat wij) daveren(dat wij) daverden
(dat jullie) daveren(dat jullie) daverden
(dat gij) daveret(dat gij) daverdet
(dat zij) daveren(dat zij) daverden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
daverdavert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
daverend, daverende(hebben) gedaverd

Vertalingen

Catalaansbramar; mugir
Duitsbrausen; sausen; zischen
Engelsboom
Esperantomuĝi
Faeröersbuldra; duna; ýla
Fransgronder; mugir
Italiaansmuggire
Latijnbovinari
Portugeesbramir; mugir; rugir
Saterfriesbruusje; sisje; siskje; snirje; suusje
Spaansmugir
Westerlauwers Friesâlje
Zweedsråma