Synoniemen: gedrocht, ondier, wangedrocht, misbaksel, wanschepsel
| Woordsoort | zelfstandig naamwoord |
|---|
| Uitspraak | /ˈmɔnstər/ |
|---|
| Afbreking | mon·ster |
|---|
| Geslacht | onzijdig |
|---|
| Meervoud | monsters |
|---|
| Verkleinwoord |
|---|
| Enkelvoud | Meervoud |
|---|
| monstertje | monstertjes |
Boven ons uit op dat trillende net keken wij, zonder wapen in de hand, recht in de kaken van zo’n verschrikkelijk en gevaarlijk monster dat ik nog liever een horde leeuwen zou hebben uitgedaagd als ik had mogen kiezen.
Het gevaar van dit monster is niet te beschrijven!
Het monster vloog over hem heen, landde en draaide zich bliksemsnel om.
Hij draaide zich om en zag de dwergen over de lijken klauteren van de monsters die hij had gedood.
Conan tastte naar zijn dolk, terwijl het monster zijn slagtanden steeds dichter bij zijn gezicht bracht.
Ben jij de eh… de eigenaar van dit monster, Bommel?