Informatie over het woord losbinden (Nederlands → Esperanto: malligi)

Synoniemen: afbinden, losmaken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈlɔzbɪndə(n)/
Afbrekinglos·bin·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) losbind (ik) losbond
(jij) losbindt (jij) losbond
(hij) losbindt (hij) losbond
(wij) losbinden (wij) losbonden
(jullie) losbinden (jullie) losbonden
(gij) losbindt (gij) losbondt
(zij) losbinden (zij) losbonden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) losbinde(dat ik) losbonde
(dat jij) losbinde(dat jij) losbonde
(dat hij) losbinde(dat hij) losbonde
(dat wij) losbinden(dat wij) losbonden
(dat jullie) losbinden(dat jullie) losbonden
(dat gij) losbindet(dat gij) losbondet
(dat zij) losbinden(dat zij) losbonden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bind losbindt los
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
losbindend, losbindende(hebben) losgebonden

Vertalingen

Duitsentbinden
Engelsuntie
Esperantomalligi
Faeröersloysa
Fransdétacher
Roemeensdezlega
Saterfriesloosmoakje