Informatie over het woord verduisteren (Nederlands → Esperanto: malklarigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈdœy̯stərə(n)/
Afbrekingver·duis·te·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verduister(ik) verduisterde
(jij) verduistert(jij) verduisterde
(hij) verduistert(hij) verduisterde
(wij) verduisteren(wij) verduisterden
(jullie) verduisteren(jullie) verduisterden
(gij) verduistert(gij) verduisterdet
(zij) verduisteren(zij) verduisterden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verduistere(dat ik) verduisterde
(dat jij) verduistere(dat jij) verduisterde
(dat hij) verduistere(dat hij) verduisterde
(dat wij) verduisteren(dat wij) verduisterden
(dat jullie) verduisteren(dat jullie) verduisterden
(dat gij) verduisteret(dat gij) verduisterdet
(dat zij) verduisteren(dat zij) verduisterden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verduisterverduistert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verduisterend, verduisterende(hebben) verduisterd

Voorbeelden van gebruik

De afloop van het treffen viel aanvankelijk niet te zien, want het stof, door talrijke paardehoeven opgejaagd, verduisterde de lucht en het duurde enkele ogenblikken eer de gretige toeschouwers een overzicht van de toestand kregen.

Vertalingen

Duitstrüben; undeutlich machen; undeutlich werden
Engelsbecloud
Esperantomalklarigi
Franstroubler
Nederduitsverdüüsteren