Informatie over het woord waken (Nederlands → Esperanto: maldormi)

Synoniem: wakker zijn

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈʋakə(n)/
Afbrekingwa·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) waak(ik) waakte
(jij) waakt(jij) waakte
(hij) waakt(hij) waakte
(wij) waken(wij) waakten
(jullie) waken(jullie) waakten
(gij) waakt(gij) waaktet
(zij) waken(zij) waakten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) wake(dat ik) waakte
(dat jij) wake(dat jij) waakte
(dat hij) wake(dat hij) waakte
(dat wij) waken(dat wij) waakten
(dat jullie) waken(dat jullie) waakten
(dat gij) waket(dat gij) waaktet
(dat zij) waken(dat zij) waakten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
wakend, wakende(hebben) gewaakt

Vertalingen

Duitswach sein
Engelsstay awake
Esperantomaldormi
Faeröersvaka
Fransveiller
Grieksαγρηπνώ
Portugeesvelar