Informatie over het woord bédelen (Nederlands → Esperanto: almozpeti)

Synoniem: schooien

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbedələ(n)/
Afbrekingbe·de·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bedel(ik) bedelde
(jij) bedelt(jij) bedelde
(hij) bedelt(hij) bedelde
(wij) bedelen(wij) bedelden
(jullie) bedelen(jullie) bedelden
(gij) bedelt(gij) bedeldet
(zij) bedelen(zij) bedelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bedele(dat ik) bedelde
(dat jij) bedele(dat jij) bedelde
(dat hij) bedele(dat hij) bedelde
(dat wij) bedelen(dat wij) bedelden
(dat jullie) bedelen(dat jullie) bedelden
(dat gij) bedelet(dat gij) bedeldet
(dat zij) bedelen(dat zij) bedelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bedelbedelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bedelend, bedelende(hebben) gebedeld