Informatie over het woord verheerlijken (Nederlands → Esperanto: laŭdegi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verheerlijk(ik) verheerlijkte
(jij) verheerlijkt(jij) verheerlijkte
(hij) verheerlijkt(hij) verheerlijkte
(wij) verheerlijken(wij) verheerlijkten
(jullie) verheerlijken(jullie) verheerlijkten
(gij) verheerlijkt(gij) verheerlijktet
(zij) verheerlijken(zij) verheerlijkten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verheerlijke(dat ik) verheerlijkte
(dat jij) verheerlijke(dat jij) verheerlijkte
(dat hij) verheerlijke(dat hij) verheerlijkte
(dat wij) verheerlijken(dat wij) verheerlijkten
(dat jullie) verheerlijken(dat jullie) verheerlijkten
(dat gij) verheerlijket(dat gij) verheerlijktet
(dat zij) verheerlijken(dat zij) verheerlijkten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verheerlijkverheerlijkt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verheerlijkend, verheerlijkende(hebben) verheerlijkt

Vertalingen

Duitserheben; preisen
Esperantolaŭdegi
Nederduitsverheyrliken