Informatie over het woord slobberen (Nederlands → Esperanto: langotrinki)

Synoniemen: oplikken, opslobberen

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) slobber(ik) slobberde
(jij) slobbert(jij) slobberde
(hij) slobbert(hij) slobberde
(wij) slobberen(wij) slobberden
(jullie) slobberen(jullie) slobberden
(gij) slobbert(gij) slobberdet
(zij) slobberen(zij) slobberden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) slobbere(dat ik) slobberde
(dat jij) slobbere(dat jij) slobberde
(dat hij) slobbere(dat hij) slobberde
(dat wij) slobberen(dat wij) slobberden
(dat jullie) slobberen(dat jullie) slobberden
(dat gij) slobberet(dat gij) slobberdet
(dat zij) slobberen(dat zij) slobberden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
slobberslobbert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
slobberend, slobberende(hebben) geslobberd

Vertalingen

Esperantolangotrinki