Informatie over het woord crisis (Nederlands → Esperanto: krizo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈkrizɪs/
Afbrekingcri·sis
Geslachtvrouwelijk
Meervoudcrises /ˈkrizɛs/, crisissen

Voorbeelden van gebruik

Wat betreft de crisis in de Oekraïne zijn we blij met de waarnemingsmissie.
Het neerschieten van olifanten ging veel Spanjaarden al te ver, maar dat de vorst een dergelijke dure trip ondernam tijdens een van de zwaarste economische crisissen ooit, maakte de zaak extra pijnlijk.
We staan voor een grotere crisis dan we dachten, dat zult u begrijpen.
Nu al is duidelijk dat de studenten de gevolgen van de crisis zullen voelen.

Vertalingen

Afrikaanskrisis
Catalaanscrisi
DuitsKrisis; Krise; Höhepunkt; Wendepunkt
Engelscrisis; depression; emergency
Esperantokrizo
Faeröerskreppa
Franscrise
Italiaanscrisi
Papiamentskrisis
Portugeescrise
SaterfriesKrise; Krisis
Spaanscrisis
Turksbuhran; bunalım; kriz
Westerlauwers Frieskrisis
Zweedskris