Informatie over het woord vertoornen (Nederlands → Esperanto: kolerigi)

Synoniemen: kwaad maken, op stang jagen, vergrammen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈtornə(n)/
Afbrekingver·toor·nen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vertoorn(ik) vertoornde
(jij) vertoornt(jij) vertoornde
(hij) vertoornt(hij) vertoornde
(wij) vertoornen(wij) vertoornden
(jullie) vertoornen(jullie) vertoornden
(gij) vertoornt(gij) vertoorndet
(zij) vertoornen(zij) vertoornden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vertoorne(dat ik) vertoornde
(dat jij) vertoorne(dat jij) vertoornde
(dat hij) vertoorne(dat hij) vertoornde
(dat wij) vertoornen(dat wij) vertoornden
(dat jullie) vertoornen(dat jullie) vertoornden
(dat gij) vertoornet(dat gij) vertoorndet
(dat zij) vertoornen(dat zij) vertoornden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vertoornvertoornt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vertoornend, vertoornende(hebben) vertoornd

Voorbeelden van gebruik

Ik verwachtte half en half dat de grond zich zou openen om me te verzwelgen of dat de bliksem zou inslaan omdat ik de goden van het tuinieren had vertoornd.

Vertalingen

Duitsärgern; erbittern; erzürnen; zornig machen; aufbringen; in Wut bringen; in Wut versetzen
Engelsanger; enrage; incense
Esperantokolerigi
Franshérisser
Poolsrozgniewać
Zweedsuppreta