Informatie over het woord bijdraaien (Nederlands → Esperanto: kapeigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈbɛi̯draːjə(n)/
Afbrekingbij·draai·en

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) draai bij(ik) draaide bij
(jij) draait bij(jij) draaide bij
(hij) draait bij(hij) draaide bij
(wij) draaien bij(wij) draaiden bij
(jullie) draaien bij(jullie) draaiden bij
(gij) draait bij(gij) draaidet bij
(zij) draaien bij(zij) draaiden bij
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bijdraaie(dat ik) bijdraaide
(dat jij) bijdraaie(dat jij) bijdraaide
(dat hij) bijdraaie(dat hij) bijdraaide
(dat wij) bijdraaien(dat wij) bijdraaiden
(dat jullie) bijdraaien(dat jullie) bijdraaiden
(dat gij) bijdraaiet(dat gij) bijdraaidet
(dat zij) bijdraaien(dat zij) bijdraaiden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
draai bijdraait bij
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bijdraaiend, bijdraaiende(hebben) bijgedraaid

Vertalingen

Duitsbeilegen
Engelsheave to
Esperantokapeigi