Informatie over het woord inboorling (Nederlands → Esperanto: indiĝeno)

Synoniem: inlander

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɪmborlɪŋ/
Afbrekingin·boor·ling
Geslachtmanlijk
Meervoudinboorlingen

Voorbeelden van gebruik

Plotseling stapten er vijf inboorlingen uit de schaduw.
De meeste inboorlingen stonden te kijken.
De inboorlingen bezorgden de hofmeester een twintigtal smakelijke schildpadden, evenals kline varkens en een hoeveelheid kippen.

Vertalingen

Catalaansindigena
DuitsEingeborener; Landesbewohner; Einheimischer
Engelsaboriginal; native
Esperantoindiĝeno; landido
Faeröersinnføddur
Portugeesindígena
Russischабориген
SaterfriesIengeboorenen
Spaansindígena
Westerlauwers Friesynboarling
Zweedsinföding