Synoniemen: harden, temperen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /stalə(n)/ |
---|
Afbreking | sta·len |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) staal | (ik) staalde |
(jij) staalt | (jij) staalde |
(hij) staalt | (hij) staalde |
(wij) stalen | (wij) staalden |
(jullie) stalen | (jullie) staalden |
(gij) staalt | (gij) staaldet |
(zij) stalen | (zij) staalden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) stale | (dat ik) staalde |
(dat jij) stale | (dat jij) staalde |
(dat hij) stale | (dat hij) staalde |
(dat wij) stalen | (dat wij) staalden |
(dat jullie) stalen | (dat jullie) staalden |
(dat gij) stalet | (dat gij) staaldet |
(dat zij) stalen | (dat zij) staalden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
staal | staalt |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
stalend, stalende | (hebben) gestaald |