Informatie over het woord kappen (Nederlands → Esperanto: frizi)

Synoniem: friseren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkɑpə(n)/
Afbrekingkap·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kap(ik) kapte
(jij) kapt(jij) kapte
(hij) kapt(hij) kapte
(wij) kappen(wij) kapten
(jullie) kappen(jullie) kapten
(gij) kapt(gij) kaptet
(zij) kappen(zij) kapten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) kappe(dat ik) kapte
(dat jij) kappe(dat jij) kapte
(dat hij) kappe(dat hij) kapte
(dat wij) kappen(dat wij) kapten
(dat jullie) kappen(dat jullie) kapten
(dat gij) kappet(dat gij) kaptet
(dat zij) kappen(dat zij) kapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kapkapt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
kappend, kappende(hebben) gekapt

Vertalingen

Catalaansarrissar cabells
Duitsfrisieren
Engelscurl; do
Esperantofrizi
Faeröersgreiða; seta hárið
Franscoiffer; friser
Poolsfryzować; układać włosy
Portugeesfrisar
Saterfriesfrisierje
Spaansrizar