Informatie over het woord verschieten (Nederlands → Esperanto: forpafi)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verschiet(ik) verschoot
(jij) verschiet(jij) verschoot
(hij) verschiet(hij) verschoot
(wij) verschieten(wij) verschoten
(jullie) verschieten(jullie) verschoten
(gij) verschiet(gij) verschoot
(zij) verschieten(zij) verschoten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verschiete(dat ik) verschote
(dat jij) verschiete(dat jij) verschote
(dat hij) verschiete(dat hij) verschote
(dat wij) verschieten(dat wij) verschoten
(dat jullie) verschieten(dat jullie) verschoten
(dat gij) verschietet(dat gij) verschotet
(dat zij) verschieten(dat zij) verschoten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verschietverschiet
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verschietend, verschietende(hebben) verschoten

Vertalingen

Esperantoforpafi