Informatie over het woord formuleren (Nederlands → Esperanto: formuli)

Synoniemen: inkleden, vervatten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/fɔrmyˈlerə(n)/
Afbrekingfor·mu·le·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) formuleer(ik) formuleerde
(jij) formuleert(jij) formuleerde
(hij) formuleert(hij) formuleerde
(wij) formuleren(wij) formuleerden
(jullie) formuleren(jullie) formuleerden
(gij) formuleert(gij) formuleerdet
(zij) formuleren(zij) formuleerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) formulere(dat ik) formuleerde
(dat jij) formulere(dat jij) formuleerde
(dat hij) formulere(dat hij) formuleerde
(dat wij) formuleren(dat wij) formuleerden
(dat jullie) formuleren(dat jullie) formuleerden
(dat gij) formuleret(dat gij) formuleerdet
(dat zij) formuleren(dat zij) formuleerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
formuleerformuleert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
formulerend, formulerende(hebben) geformuleerd

Vertalingen

Duitsformulieren
Engelsformulate; word
Esperantoformuli
Fransformuler
Italiaansformulare
Portugeesformular