Informatie over het woord vijlen (Nederlands → Esperanto: fajli)

Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vijl(ik) vijlde
(jij) vijlt(jij) vijlde
(hij) vijlt(hij) vijlde
(wij) vijlen(wij) vijlden
(jullie) vijlen(jullie) vijlden
(gij) vijlt(gij) vijldet
(zij) vijlen(zij) vijlden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) vijle(dat ik) vijlde
(dat jij) vijle(dat jij) vijlde
(dat hij) vijle(dat hij) vijlde
(dat wij) vijlen(dat wij) vijlden
(dat jullie) vijlen(dat jullie) vijlden
(dat gij) vijlet(dat gij) vijldet
(dat zij) vijlen(dat zij) vijlden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vijlvijlt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vijlend, vijlende(hebben) gevijld

Vertalingen

Catalaansllimar
Duitsfeilen; ausfeilen
Engelsfile
Esperantofajli
Faeröersfíla
Finsviilata
Franslimer
Latijnlimare
Papiamentsveila; veilu
Portugeeslimar; polir
Saterfriesfielje
Spaanslimar
Srananfeyri
Tsjechischpilovat
Westerlauwers Friesfylje
Zweedsfila