Informatie over het woord europeaniseren (Nederlands → Esperanto: eŭropigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/øropejaniˈzerə(n)/
Afbrekingeu·ro·pe·a·ni·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) europeaniseer(ik) europeaniseerde
(jij) europeaniseert(jij) europeaniseerde
(hij) europeaniseert(hij) europeaniseerde
(wij) europeaniseren(wij) europeaniseerden
(jullie) europeaniseren(jullie) europeaniseerden
(gij) europeaniseert(gij) europeaniseerdet
(zij) europeaniseren(zij) europeaniseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) europeanisere(dat ik) europeaniseerde
(dat jij) europeanisere(dat jij) europeaniseerde
(dat hij) europeanisere(dat hij) europeaniseerde
(dat wij) europeaniseren(dat wij) europeaniseerden
(dat jullie) europeaniseren(dat jullie) europeaniseerden
(dat gij) europeaniseret(dat gij) europeaniseerdet
(dat zij) europeaniseren(dat zij) europeaniseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
europeaniseereuropeaniseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
europeaniserend, europeaniserende(hebben) geëuropeaniseerd

Vertalingen

Esperantoeŭropigi