Informatie over het woord instappen (Nederlands → Esperanto: enpaŝi)

Synoniemen: betreden, binnentreden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnstɑpə(n)/
Afbrekingin·stap·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stap in(ik) stapte in
(jij) stapt in(jij) stapte in
(hij) stapt in(hij) stapte in
(wij) stappen in(wij) stapten in
(jullie) stappen in(jullie) stapten in
(gij) stapt in(gij) staptet in
(zij) stappen in(zij) stapten in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) instappe(dat ik) instapte
(dat jij) instappe(dat jij) instapte
(dat hij) instappe(dat hij) instapte
(dat wij) instappen(dat wij) instapten
(dat jullie) instappen(dat jullie) instapten
(dat gij) instappet(dat gij) instaptet
(dat zij) instappen(dat zij) instapten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stap instapt in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
instappend, instappende(zijn) ingestapt

Voorbeelden van gebruik

De man liet Hilary eerst instappen.

Vertalingen

Duitsbetreten
Engelsstep in
Esperantoenpaŝi
Spaansmontar