Informatie over het woord invoeren (Nederlands → Esperanto: enkonduki)

Synoniemen: binnenleiden, inleiden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnvuːrə(n)/
Afbrekingin·voe·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) voer in(ik) voerde in
(jij) voert in(jij) voerde in
(hij) voert in(hij) voerde in
(wij) voeren in(wij) voerden in
(jullie) voeren in(jullie) voerden in
(gij) voert in(gij) voerdet in
(zij) voeren in(zij) voerden in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) invoere(dat ik) invoerde
(dat jij) invoere(dat jij) invoerde
(dat hij) invoere(dat hij) invoerde
(dat wij) invoeren(dat wij) invoerden
(dat jullie) invoeren(dat jullie) invoerden
(dat gij) invoeret(dat gij) invoerdet
(dat zij) invoeren(dat zij) invoerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
voer invoert in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
invoerend, invoerende(hebben) ingevoerd

Vertalingen

Duitseinführen; einleiten
Engelsintroduce
Esperantoenkonduki
Faeröersflyta inn; koma við
Fransintroduire