Informatie over het woord inschakelen (Nederlands → Esperanto: encirkvitigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɪnsxakələ(n)/
Afbrekingin·scha·ke·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) schakel in(ik) schakelde in
(jij) schakelt in(jij) schakelde in
(hij) schakelt in(hij) schakelde in
(wij) schakelen in(wij) schakelden in
(jullie) schakelen in(jullie) schakelden in
(gij) schakelt in(gij) schakeldet in
(zij) schakelen in(zij) schakelden in
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) inschakele(dat ik) inschakelde
(dat jij) inschakele(dat jij) inschakelde
(dat hij) inschakele(dat hij) inschakelde
(dat wij) inschakelen(dat wij) inschakelden
(dat jullie) inschakelen(dat jullie) inschakelden
(dat gij) inschakelet(dat gij) inschakeldet
(dat zij) inschakelen(dat zij) inschakelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
schakel inschakelt in
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
inschakelend, inschakelende(hebben) ingeschakeld

Vertalingen

Duitsanschließen
Esperantoencirkvitigi
Portugeespôr em circuito