Informatie over het woord uitknippen (Nederlands → Esperanto: eltondi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈœy̯tknɪpə(n)/
Afbrekinguit·knip·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) knip uit(ik) knipte uit
(jij) knipt uit(jij) knipte uit
(hij) knipt uit(hij) knipte uit
(wij) knippen uit(wij) knipten uit
(jullie) knippen uit(jullie) knipten uit
(gij) knipt uit(gij) kniptet uit
(zij) knippen uit(zij) knipten uit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) uitknippe(dat ik) uitknipte
(dat jij) uitknippe(dat jij) uitknipte
(dat hij) uitknippe(dat hij) uitknipte
(dat wij) uitknippen(dat wij) uitknipten
(dat jullie) uitknippen(dat jullie) uitknipten
(dat gij) uitknippet(dat gij) uitkniptet
(dat zij) uitknippen(dat zij) uitknipten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
knip uitknipt uit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
uitknippend, uitknippende(hebben) uitgeknipt

Vertalingen

Catalaanstallar a ran
Esperantoeltondi
Franstailler
Spaanscortar al ras