Informatie over het woord brander (Nederlands → Esperanto: brulilo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbrɑndər/
Afbrekingbran·der
Geslachtmanlijk
Meervoudbranders

Voorbeelden van gebruik

Ze kregen voorlopig een plaatsje in de derde telefooncel waar ook de zak met de brander en slangen kwam te liggen.

Vertalingen

Engelsburner
Esperantobrulilo