Informatie over het woord alleenlijk (Nederlands → Esperanto: nur)

Synoniemen: slechts, alleen, alleen maar, enkel, enkelijk

Woordsoortbijwoord
Uitspraak/ɑˈlenlək/
Afbrekingal·leen·lijk

Voorbeelden van gebruik

Naar het mij voorkomt is het niet alleenlijk om schapen te brengen dat gij hier gekomen zijt?

Vertalingen

Afrikaansslegs; bloot
Duitsnur
Engelsjust; merely; only
Esperantonur
Fransne … que