Informatie over het woord voordeur (Nederlands → Esperanto: antaŭa pordo)

Synoniem: straatdeur

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈvoːrdøːr/
Afbrekingvoor·deur
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudvoordeuren

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
voordeurtjevoordeurtjes

Voorbeelden van gebruik

Hij begaf zich naar beneden en opende de voordeur.
Op de voordeur stond „fascist” geschreven en er was een spandoek met de namen Baudet en Putin met een hartje daartussen opgehangen.

Vertalingen

Engelsfront‐door; street‐door
Esperantoantaŭa pordo