Informatie over het woord bedreigen (Nederlands → Esperanto: minaci)

Synoniem: dreigen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈdrɛi̯ɣə(n)/
Afbrekingbe·drei·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bedreig(ik) bedreigde
(jij) bedreigt(jij) bedreigde
(hij) bedreigt(hij) bedreigde
(wij) bedreigen(wij) bedreigden
(jullie) bedreigen(jullie) bedreigden
(gij) bedreigt(gij) bedreigdet
(zij) bedreigen(zij) bedreigden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bedreige(dat ik) bedreigde
(dat jij) bedreige(dat jij) bedreigde
(dat hij) bedreige(dat hij) bedreigde
(dat wij) bedreigen(dat wij) bedreigden
(dat jullie) bedreigen(dat jullie) bedreigden
(dat gij) bedreiget(dat gij) bedreigdet
(dat zij) bedreigen(dat zij) bedreigden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bedreigbedreigt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bedreigend, bedreigende(hebben) bedreigd

Voorbeelden van gebruik

Volgens Tokajev wordt Almaty bedreigd door „twintigduizend bandieten”.

Vertalingen

Duitsbedrohen; drohen
Engelsmenace; threaten
Esperantominaci