Informatie over het woord nakijken (Nederlands → Esperanto: ekzameni)

Synoniemen: nauwkeurig onderzoeken, onderzoeken, screenen, onder de loep nemen, checken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈnakɛi̯kə(n)/
Afbrekingna·kij·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) kijk na(ik) keek na
(jij) kijkt na(jij) keek na
(hij) kijkt na(hij) keek na
(wij) kijken na(wij) keken na
(jullie) kijken na(jullie) keken na
(gij) kijkt na(gij) keekt na
(zij) kijken na(zij) keken na
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) nakijke(dat ik) nakeke
(dat jij) nakijke(dat jij) nakeke
(dat hij) nakijke(dat hij) nakeke
(dat wij) nakijken(dat wij) nakeken
(dat jullie) nakijken(dat jullie) nakeken
(dat gij) nakijket(dat gij) nakeket
(dat zij) nakijken(dat zij) nakeken
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
kijk nakijkt na
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
nakijkend, nakijkende(hebben) nagekeken

Voorbeelden van gebruik

Je mag je ogen weleens laten nakijken.
Een deel van de ochtend had juffrouw Williams in de schoolkamer doorgebracht, waar ze enige schriften moest nakijken.

Vertalingen

Afrikaansondersóék
Catalaansexaminar
Deensundersøge
Duitsexaminieren; inspizieren; nachsehen; prüfen; untersuchen; überprüfen; nachprüfen; betrachten; begutachten; vergleichen
Engelsexamine
Esperantoekzameni
Faeröershoyra; hyggja eftir; kanna
Finstutkia
Fransexaminer
Italiaansesaminare
Maleismenguji; uji
Nederduitsundersöken
Papiamentsaberiguá; èksaminá; investigá
Poolsegzaminować
Portugeesensaiar; examinar; inspecionar; revistar
Roemeensexamina
Saterfriesätterkiekje; examinierje; pröiwje; unnersäike; wröigje
Spaansexaminar; explorar
Tsjechischprohlížet; prozkoumat; zkoumat
Westerlauwers Friesûndersykje; tsjekke
Zweedsbepröva; undersöka