Informatie over het woord onrustig (Nederlands → Esperanto: maltrankvila)

Synoniemen: bang, beducht, bezorgd, ongerust

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɔnˈrɵstəx/
Afbrekingon·rus·tig

Trappen van vergelijking

Stellende traponrustig
Vergrotende traponrustiger
Overtreffende traponrustigst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefonrustigonrustiger(het) onrustigst, (het) onrustigste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudonrustigeonrustigereonrustigste
Onzijdig enkelvoudonrustigonrustigeronrustigst
Meervoudonrustigeonrustigereonrustigste
Bepaaldonrustigeonrustigereonrustigste
Partitiefonrustigsonrustigers 

Voorbeelden van gebruik

Tegen zonsondergang werd Traz weer onrustig.
Hemeltijgers paard was onrustig geworden.

Vertalingen

Afrikaansbekommerd
Duitsbesorgt; unruhig
Engelstroubled; restless; uneasy; unquiet
Esperantomaltrankvila; anksia
Fransagité; inquiet
Grieksαγωνιώδης
Jiddischאומרואיק
Nederduitsbang
Papiamentsintrakil
Portugeesaflicto; ansioso; desassossegado; inquieto
Saterfriesberoisk; besuurged; uunräästich; uunrauelk; wipsk; wispelch
Spaanscuidadoso; inquieto
Tsjechischneklidný; nepokojný