Informatie over het woord groot (Nederlands → Esperanto: granda)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɣrot/
Afbrekinggroot

Voorbeelden van gebruik

Wat denk je dat jouw grootste fout is?
Hij bleef weer achter en wel op nog grotere afstand dan tevoren.
We hebben één groot voordeel.
Dat was zijn grote vergissing.
Dan is er een groot wonder gebeurd.
Hoe groot is de massa van dit lichaam?

Vertalingen

Afrikaansgroot
Deensstor
Duitsgroß
Engelsbig; great; large
Esperantogranda
Nederduitsgrout
Swahili‐kubwa
Welsmawr
Westerlauwers Friesgrut