Informatie over het woord prins (Nederlands → Esperanto: princo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/prɪns/
Afbrekingprins
Geslachtmanlijk
Meervoudprinsen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
prinsjeprinsjes

Voorbeelden van gebruik

Beide prinsen zagen er kalm en beheerst uit.
De eerste bezoeker van buiten die er meer van wilde weten, was prins Bernard.

Vertalingen

Afrikaansprins
Deensprins
DuitsPrinz
Engelsprince
Esperantoprinco
Fransprince
Nederduitsprins