Informatie over het woord grijs (Nederlands → Esperanto: griza)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɣrɛi̯s/
Afbrekinggrijs

Voorbeelden van gebruik

Het hoofd was onbedekt, en het grijze haar glinsterde van de rijp.
Op die woorden barstte de grijze apotheker in een wild geschater los.

Vertalingen

Esperantogriza