Informatie over het woord merk (Nederlands → Esperanto: marko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/mɛrᵊk/
Afbrekingmerk

Voorbeelden van gebruik

Ik ben overgeschakeld op een ander merk.
Dat is toch het merk van een kachel of zoiets?
Je neemt een heel goedkoop merk, als er maar champagne op staat.

Vertalingen

Engelsbrand
Esperantomarko; varmarko
Nederduitsmark