Informatie over het woord temmen (Nederlands → Esperanto: kvietigi)

Synoniemen: dresseren, africhten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈtɛmə(n)/
Afbrekingtem·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) tem(ik) temde
(jij) temt(jij) temde
(hij) temt(hij) temde
(wij) temmen(wij) temden
(jullie) temmen(jullie) temden
(gij) temt(gij) temdet
(zij) temmen(zij) temden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) temme(dat ik) temde
(dat jij) temme(dat jij) temde
(dat hij) temme(dat hij) temde
(dat wij) temmen(dat wij) temden
(dat jullie) temmen(dat jullie) temden
(dat gij) temmet(dat gij) temdet
(dat zij) temmen(dat zij) temden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
temtemt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
temmend, temmende(hebben) getemd

Voorbeelden van gebruik

Tem die woeste feeks maar op de manier die je goeddunkt.

Vertalingen

Duitszähmen; dressieren; abrichten
Esperantokvietigi