Informatie over het woord familiair (Nederlands → Esperanto: familiara)

Synoniemen: familiaar, gemeenzaam, vertrouwd, vertrouwelijk

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/familiˈjɛːr/
Afbrekingfa·mi·li·air

Trappen van vergelijking

Stellende trapfamiliair
Vergrotende trapfamiliairder
Overtreffende trapfamiliairst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatieffamiliairfamiliairder(het) familiairst, (het) familiairste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudfamiliairefamiliairderefamiliairste
Onzijdig enkelvoudfamiliairfamiliairderfamiliairst
Meervoudfamiliairefamiliairderefamiliairste
Bepaaldfamiliairefamiliairderefamiliairste
Partitieffamiliairsfamiliairders 

Voorbeelden van gebruik

Zijn familiaire gedrag droeg er veel toe bij om de indruk die ik via Eldon had gekregen ongedaan te maken.

Vertalingen

Catalaansfamiliar
Duitsfamiliär; zwanglos; frei; vertraut; ungezwungen
Engelsfamiliar; informal
Esperantofamiliara
Portugeesfamiliar; íntimo
Spaansfamiliar
Tsjechischfamiliární; důvěrný