Informatie over het woord toga (Nederlands → Esperanto: robo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈtoɣa/
Afbrekingto·ga

Voorbeelden van gebruik

Wie is het dan die zich voordoet als Nabonidus in het huis hierboven, en in uw eigen toga?
Daar kwam een priester van de tempel in een gele toga aangebeend.

Vertalingen

Engelsgown; robe
Esperantorobo