Informatie over het woord smakeloos (Nederlands → Esperanto: malbongusta)

Synoniemen: onsmakelijk, wansmakelijk, vies, onappetijtelijk, onverkwikkelijk

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈsmakəlos/
Afbrekingsma·ke·loos

Trappen van vergelijking

Stellende trapsmakeloos
Vergrotende trapsmakelozer
Overtreffende trapsmakeloost

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefsmakeloossmakelozer(het) smakeloost, (het) smakelooste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudsmakelozesmakelozeresmakelooste
Onzijdig enkelvoudsmakeloossmakelozersmakeloost
Meervoudsmakelozesmakelozeresmakelooste
Bepaaldsmakelozesmakelozeresmakelooste
Partitiefsmakeloossmakelozers 

Voorbeelden van gebruik

Men was het er algemeen over eens dat de grap bijzonder smakeloos was en er was meer eten en drinken voor nodig om de schrik en de ergernis van de gasten te verdrijven.
Joost had zwijgend een smakeloze maaltijd opgediend en heer Bommel zat mokkend voor zich uit te staren zonder iets te proeven.

Vertalingen

Duitsnicht gut schmeckend; von schlechtem Geschmack
Engelsdisgusting; bad
Esperantomalbongusta