Informatie over het woord stamgenoot (Nederlands → Esperanto: samtribano)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈstɑmɣənot/
Afbrekingstam·ge·noot
Geslachtmanlijk
Meervoudstamgenoten

Voorbeelden van gebruik

Zijn stamgenoten sluipen door het bos en durven niet naar huis uit angst voor de duvels.

Vertalingen

Esperantosamtribano