Informatie over het woord nopen (Nederlands → Esperanto: devigi)

Synoniemen: dwingen, noodzaken, verplichten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈnopə(n)/
Afbrekingno·pen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) noop(ik) noopte
(jij) noopt(jij) noopte
(hij) noopt(hij) noopte
(wij) nopen(wij) noopten
(jullie) nopen(jullie) noopten
(gij) noopt(gij) nooptet
(zij) nopen(zij) noopten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) nope(dat ik) noopte
(dat jij) nope(dat jij) noopte
(dat hij) nope(dat hij) noopte
(dat wij) nopen(dat wij) noopten
(dat jullie) nopen(dat jullie) noopten
(dat gij) nopet(dat gij) nooptet
(dat zij) nopen(dat zij) noopten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
noopnoopt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
nopend, nopende(hebben) genoopt

Voorbeelden van gebruik

Kiesheid inzake intieme familieverhoudingen noopte de kunstenaar tot zwijgen.

Vertalingen

Afrikaansdwing
Albaneesdetyroj
Catalaansobligar
Deenstvinge
Duitszwingen
Engelscompel
Esperantodevigi
Fransimposer; obliger; obliger à
IJslandsneyða; þvinga
Italiaanscostringere; forzare
Latijncoercere
Maleispaksa … memaksa
Noorstvinge
Papiamentsfòrsa; forsa; obligá
Poolszmusić
Portugeesconstranger; forçar; obrigar
Roemeensforța; sili
Saterfriestwinge
Spaansforzar; obligar
Sranandwengi
Thaisข่มเหง
Tsjechischdonucovat; donutit; nutit; přinutit
Westerlauwers Friesferplichtsje
Zweedsförplikta; tvinga