Synoniemen: kandidaat stellen, nomineren
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ˈvordraɣə(n)/ |
Afbreking | voor·dra·gen |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(ik) draag voor | (ik) droeg voor |
(jij) draagt voor | (jij) droeg voor |
(hij) draagt voor | (hij) droeg voor |
(wij) dragen voor | (wij) droegen voor |
(jullie) dragen voor | (jullie) droegen voor |
(gij) draagt voor | (gij) droegt voor |
(zij) dragen voor | (zij) droegen voor |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat ik) voordrage | (dat ik) voordroege |
(dat jij) voordrage | (dat jij) voordroege |
(dat hij) voordrage | (dat hij) voordroege |
(dat wij) voordragen | (dat wij) voordroegen |
(dat jullie) voordragen | (dat jullie) voordroegen |
(dat gij) voordraget | (dat gij) voordroeget |
(dat zij) voordragen | (dat zij) voordroegen |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
draag voor | draagt voor |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
voordragend, voordragende | (hebben) voorgedragen |
Engels | nominate |
---|---|
Esperanto | kandidatigi |