Informatie over het woord versterken (Nederlands → Esperanto: plifortigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈstɛrkə(n)/
Afbrekingver·ster·ken

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) versterk(ik) versterkte
(jij) versterkt(jij) versterkte
(hij) versterkt(hij) versterkte
(wij) versterken(wij) versterkten
(jullie) versterken(jullie) versterkten
(gij) versterkt(gij) versterktet
(zij) versterken(zij) versterkten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) versterke(dat ik) versterkte
(dat jij) versterke(dat jij) versterkte
(dat hij) versterke(dat hij) versterkte
(dat wij) versterken(dat wij) versterkten
(dat jullie) versterken(dat jullie) versterkten
(dat gij) versterket(dat gij) versterktet
(dat zij) versterken(dat zij) versterkten
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
versterkversterkt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
versterkend, versterkende(hebben) versterkt

Voorbeelden van gebruik

Het veld wordt hierdoor een weinig versterkt.
Op onze weg daarheen kreeg ik allerlei dingen te zien die mijn vreemde voorgevoelens nog versterkten.

Vertalingen

Deensforstærke
Duitsverstärken
Engelsboost; strengthen
Esperantoplifortigi
Westerlauwers Friesfersterkje